Sunday, August 26, 2007

UNDP - Melkert - Whistleblower


The U.N. / North Korea / Ad Melkert / Whistle-blower /"Cash for Kim" saga rolls on, as the UNDP calls for an external investigation into whether the whistleblower was wrongly fired. (Story by the AP's U.N. correspondent via the IHT here).

The Dutch connection is that Ad Melkert, the man in charge at UNDP's now defunct North Korea aid program, is a former Dutch politician, and the Netherlands was the agency's single top funder in 2006, giving in excess of $100 million. The North Korea program was canceled in March, in the wake of NK's nuke test blunder, and after Pyongyang refused to follow UNDP's newly enforced official guidelines for aid. The UNDP handed out a grand total of $2.6 million in Pyongyang over the past 5 years.

Key quote from IHT:

When he asked what to do with counterfeit U.S. dollars he found in the office safe on his first day in Pyongyang in November 2004, (whistle-blowing accountant Artjon) Shkurtaj told AP last month he never got a response. And when he complained that paying all North Korean salaries and program expenses in hard currency instead of local currency was against U.N. rules, he said he was told "not to rock the boat."

Shkurtaj said UNDP rules require that counterfeit money be reported to the embassy of the country involved, and since it was U.S. dollars he went to the U.S. Mission to the United Nations when he returned to New York in May 2006. He said (UNDP Administrator Kemal) Dervis and Associate Administrator Ad Melkert told him "they disliked that I went to the U.S. government and reported the counterfeit."


When Shkurtaj's contract ended on March 26, 2007, it was not renewed.

My earlier blog entry on why there's no love lost between Ad Melkert and the Bush administration here.
In sum, some say the administration blames Melkert and the Dutch for Paul Wolfowitz's ouster from the World Bank.

I noticed that on Friday the Dutch government put out a large amount of information in two separate answers to questions put to the Development Minister Bert Koenders by members of parliament.



The Q&A is so long and punishingly boring (repeating every detail of the history of the case) that it's killing to try to read it (especially after midnight on the final weekend of my vacation), but probably it would be of interest to some people if it were published in English.

Well, I'll post the entire thing in Dutch at the bottom but I certainly don't have the heart or time to translate it all.

Among other things, Koenders characterizes Dervis as the chairman of the UNDP, and Melkert as the CEO, in charge of day to day operations.

Some other Koenders quotes:

"On May 31, an initial accountants report was published, carried out by the U.N.'s independent board of auditors (France, South Africa and the Philippines)...
The conclusion was that UNDP in 2002-2006 in a number of respects departed from its normal manner of working, given that local staff were delivered by the North Korean government...salaries were paid in 'hard' currencies (in connection with the high inflation of local currency) and visits to projects were only possible with permission and under observation of NK gov't bureaucrats."

Koenders goes on to say this was basically inevitable given the conditions in North Korea. He also says there's no evidence money ended up where it wasn't supposed to be.

However,

"There's still no clear answer to the question whether it's true that a part of the aid money got through to the North Korean regime. The Netherlands has therefore pushed for a second, broader investigation. UNDP has agreed to put forward a proposal to this end at the upcoming Operating Council meeting of 10-14 September."

On the key question of the Whistle-blower's firing, there's not much added:

"Artjon Shkutaj was in the service of the UNDP office in NK on the basis of various temporary contracts from Nov. 2004 to March 2007. His last contract...was not renewed. Mr. Shkurtaj filed a complaint ... blah blah blah ... asking for whistle-blower protection (initially rejected). On Aug. 21, it became known that the (U.N.) Ethics Bureau has advised implementing a further investigation in this case because at first glance, (his dismissal) could be said to appear to involve a 'payback' (for whistleblowing). In their reactions, The Secretary General and the UNDP said that they will follow that advice. The Netherlands supports this."


The Dutch:


Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Van Bommel over het UNDP-programma in Noord-Korea en de rol van de
heer Melkert hierbij. Deze vragen werden ingezonden op 30 juli 2007 met kenmerk
2060722130.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het
lid Van Bommel
(SP) over de heer Melkert en de klokkenluider
van de UNDP

Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel “Ad Melkert en de klokkenluider”? 1)

Vraag 3
Hoe beziet u het rapport van de onderzoekscommissie rondom het ‘cash-for-Kim’
schandaal en de reactie van de heer Melkert hierop? Bent u van mening dat het
een gedegen onderzoek betrof? Kunt u in uw antwoord ingaan op het feit dat de
onderzoekers zelf niet in Pyongyang zijn geweest, alsmede het feit dat de
informatie die was verstrekt niet geverifieerd kon worden?

Antwoord
De Board of Auditors (rapport van 31 mei jl.) had opdracht om in het
initiële onderzoek in te gaan op een drietal kwesties: uitbetaling van
salarissen in buitenlandse valuta, inhuur van lokale staf via de Noord-Koreaanse
overheid, en toegang tot projecten. Het onderzoek was derhalve beperkt in omvang
en opzet, zoals is toegelicht door de Board of Auditors zelf in
hoofdstuk 2 van het rapport.

De Board of Auditors is van plan op korte termijn naar Noord-Korea
af te reizen om de tweede fase van de accountantscontrole uit te voeren.

Ik heb eveneens kennisgenomen van de reactie van UNDP (management
response van 1 juni jl.). Voor nadere informatie terzake zou ik u willen
verwijzen naar mijn antwoord op de vragen van het lid Boekestijn (nr. 206072214
0).

Zodra de VS in januari jl. Nederland informeerde over aanwijzingen te
beschikken dat VN-hulpgelden in Noord-Korea bij het regime terecht zouden zijn
gekomen, heeft Nederland bij UNDP aangedrongen op diepgaand, onafhankelijk
onderzoek. Het onderzoeksrapport van de Board of Auditors geeft
weliswaar inzicht in de drie hierboven genoemde kwesties, doch er is nog steeds
geen duidelijk antwoord gekomen op de vraag of het klopt dat een deel van de
hulpgelden bij het Noord-Koreaanse regime terecht zijn gekomen. Nederland heeft
daarom aangedrongen op een aanvullend, breder opgezet onderzoek. UNDP heeft
toegezegd een voorstel hiertoe voor te leggen aan de komende Uitvoerende Raad
van 10-14 september (UR; bestaande uit vertegenwoordigers van de VN-lidstaten).


Vraag 4
Kunt u aangeven of de onderzoeksmethode waarvan gebruik is gemaakt door de UNDP
in Noord-Korea vaker gehanteerd wordt door de UNDP bij vermeende misstanden? Zo
ja, welke landen c.q. kwesties betrof dit? Bent u van mening dat dit bijdraagt
aan een open en transparante organisatie van de Verenigde Naties?

Antwoord
UNDP en -in meer algemene zin- de VN beschikken over meerdere methoden van
toezicht, monitoring, controle en evaluatie. VN-lidstaten, waaronder Nederland,
beoordelen deze toezichtmethoden als adequaat en in lijn met hetgeen in
internationale organisaties, maar ook bij overheden en bedrijven, gebruikelijk
is. Zo worden alle fondsen en programma’s van de VN (waaronder UNDP) standaard
iedere 1 à 2 jaar onderzocht door externe accountants. Deze rapporten en
aanbevelingen worden jaarlijks aan de Algemene Vergadering van de VN (AVVN)
voorgelegd, waarbij alle lidstaten inzicht kunnen krijgen in de bevindingen.
Daarnaast vinden veelvuldig interne audits plaats.

Het onderhavige onderzoek is uitgevoerd door de Board of Auditors
(BoA). De BoA, die in 1946 is ingesteld door de Verenigde Naties, voert externe
audits uit voor de VN-programma’s, agentschappen en fondsen. Deze onafhankelijke
Board of Auditors bestaat uit de hoofden van auditdiensten van drie
lidstaten van de VN, die elke twee jaar voor een periode van 6 jaar worden
gekozen door de AVVN. De BoA rapporteert via het Advisory Committee on
Administrative and Budgetary Questions (ACABQ) bevindingen en aanbevelingen
aan de AVVN.

Deze ACABQ heeft, op verzoek van UNDP en de Secretaris-Generaal van de VN, in
februari 2007 het verzoek gedaan aan de BoA om een speciale audit uit te voeren
naar de activiteiten van UNDP (United Nations Development Programme),
UNFPA (UN Population Fund), UNOPS (UN Office for Project
Services) en UNICEF (UN Children’s Fund) in Noord-Korea, met
speciale aandacht voor transacties in buitenlandse valuta, inhuur van staf en
toegang tot projecten.

De BoA verricht circa 30 onderzoeken per jaar, veelal regulier, soms naar
aanleiding van specifieke onderzoeksbehoeften of vermeende misstanden. De meeste
onderzoeken worden openbaar gemaakt. Zo is het onderzoek inzake het
UNDP-programma in Noord-Korea te vinden op de website van UNDP.

Vraag 2
Deelt u de opvatting dat de heer Melkert de facto hoofd van de UNDP is aangezien
Kemal Dervis zichzelf een ceremoniële rol heeft toebedacht? Zo neen, waarom
niet?

Antwoord
Op 1 maart 2006 trad de heer Melkert aan als “UN Under-Secretary-General and
Associate Administrator of UNDP”. De heer Dervis en de heer Melkert zijn een
onderlinge taakverdeling overeengekomen. Daarbij is de heer Dervis vooral
verantwoordelijk voor de VN-brede coördinatie van de ontwikkelingsactiviteiten
van de VN. De heer Melkert is als “Chief Operations Officer” verantwoordelijk
voor de dagelijkse operationele leiding van de organisatie.

Voor nadere informatie zou ik u willen verwijzen naar mijn antwoord op de
vragen van het lid Boekestijn van 30 juli jl. (nr. 2060722140).

1) Vrij Nederland, 28 juli 2007


Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Boekestijn over de aantijgingen aan het adres van de heer Melkert.
Deze vragen werden ingezonden op 30 juli 2007 met kenmerk 2060722140.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over
de aantijgingen aan het adres van de heer Melkert

Vraag 1
Is Nederland een (zeker verhoudingsgewijs) grote donor van de UNDP?

Antwoord
Ja. In 2006 was Nederland de grootste donor van het United Nations
Development Programme (UNDP), met een algemene vrijwillige bijdrage van €
90 mln. Daarnaast werd in 2006 door Nederlandse ambassades €27 mln. toegekend
aan UNDP-landenprogramma’s, en werd €81 mln. beschikbaar gesteld voor
thematische fondsen (o.a. voor vredesopbouw en versterking van de positie van
vrouwen). In 2007 is Nederland de tweede donor van UNDP (na Noorwegen), met een
algemene vrijwillige bijdrage van €92 mln.

Vraag 2
Wat heeft de Nederlandse regering ondernomen na de eerste berichten over
misstanden bij projecten van de UNDP in Noord-Korea, die onder
verantwoordelijkheid van de heer Melkert werden uitgevoerd?

Antwoord
Als VN-lidstaat en grote donor, hecht Nederland zeer veel belang aan
goede monitoring en controle inzake de besteding van ontwikkelingsfondsen; van
alle VN-organisaties, waar dan ook ter wereld. Nederland heeft derhalve deze
Noord-Korea kwestie van het begin af aan actief gevolgd. Er is sinds januari met
grote regelmaat overleg gevoerd met zowel UNDP als relevante VN-lidstaten, zoals
Denemarken (dit jaar voorzitter van de Uitvoerende Raad van UNDP), de VS, Japan
en belangrijke donorlanden als Noorwegen, het VK en Zweden. Nederland heeft
daarbij steeds aangedrongen op diepgaand onderzoek, door een onafhankelijke
partij, naar gestelde misstanden in Noord-Korea.

Vraag 3
Is bij deze projecten een bedrag van ca. 100 miljoen dollar
zoekgeraakt?

Vraag 4
Is via deze projecten het regime van de Noord-Koreaanse dictator Kim
Jong-Il gesteund?

Vraag 5
Indien bij deze UNDP-projecten in Noord-Korea geen grote bedragen zijn
zoekgeraakt en indien het regime van Kim Jong-Il niet is ondersteund, wat was er
dan wel mis bij deze projecten?

Vraag 6
Wat wordt door de Nederlandse regering ondernomen naar aanleiding van
recente
beschuldigingen door de voormalige VN-medewerker Artjon Shkurtaj dat het bij de
genoemde projecten in Noord-Korea onduidelijk was waar het geld terecht kwam
omdat er contant geld werd betaald zonder ontvangstbewijzen?

Vraag 8
Bent u bereid te bevorderen dat de VN een onafhankelijk onderzoek
instelt naar de projecten die door de UNDP in Noord-Korea zijn uitgevoerd, naar
de wijze waarop daarbij UNDP-gelden zijn besteed, naar het ontslag van de heer
Artjon Shkurtaj en naar de verantwoordelijkheden van VN-bestuurders met
betrekking tot deze zaken?

Vraag 9
Bent u bereid de Nederlandse bijdrage aan de UNDP op te schorten indien
de VN weigert een dergelijk onafhankelijk onderzoek in te stellen? 1)

Antwoord
Aangezien de Noord-Koreaanse bevolking het afgelopen decennium zwaar
heeft geleden onder structurele hongersnood, heeft de internationale gemeenschap
de afgelopen tien jaar voor honderden miljoenen aan voedselhulp gedoneerd, voor
het overgrote deel via het World Food Programme van de Verenigde
Naties. De afgelopen vijf jaar is uit UNDP-middelen - met goedkeuring van de
Uitvoerende Raad (UR; bestaande uit vertegenwoordigers van de VN-lidstaten) -
gemiddeld 2,6 mln. US dollar per jaar beschikbaar gesteld voor on
twikkelingsactiviteiten in Noord-Korea. Het UNDP-programma bestond voo
rnamelijk uit capaciteitsopbouw, met als belangrijk doel de Noord-Koreaanse
afhankelijkheid van voedselhulp te verminderen. Daarnaast zette UNDP zich samen
met organisaties als UNICEF en de World Health Organisation in voor
meer onderwijsvoorzieningen en betere gezondheidszorg voor de Noord-Koreaanse
bevolking.

Op 14 oktober 2006 stelde de VN-Veiligheidsraad sancties in tegen Noord-Korea
in reactie op de Noord-Koreaanse kernproef. Verschillende leden van de
Uitvoerende Raad van UNDP, hierin gesteund door
Nederland1(#ftn1), waren van mening dat de sancties ook
gevolgen moesten hebben voor zowel de inhoud en opzet van het UNDP
landenprogramma in Noord-Korea als voor controle en toezicht op de implementatie
ervan. Daar kwam bij dat de VS in januari jl. mededeelde over aanwijzingen te
beschikken dat in de afgelopen tien jaar een deel van de VN-hulpgelden bij het
Noord-Koreaanse regime terecht was gekomen.

Na uitvoerige consultaties van UNDP-medewerkers met vertegenwoordigers van
VN-lidstaten tijdens de UNDP Uitvoerende Raad van 22-26 januari jl. stelde het
UNDP-management aan de UR voor om de volgende maatregelen te nemen ten aanzien
van het UNDP-landenprogramma Noord-Korea:

- het laten verrichten van een externe accountantscontrole;
- aanpassing van het programma door meer nadruk op humanitaire hulp in plaats
van ontwikkeling;
- geen betalingen meer in harde valuta;
- geen stafrecrutering meer via de overheid;
- alle uitvoering van programma’s zou voortaan door UNDP ter hand worden genomen
(en niets meer door de lokale overheid);
- versterking van monitoring en evaluatie, waaronder gegarandeerde onmiddellijke
toegang tot alle projecten.

Onder deze voorwaarden ging de UR akkoord met het voorgestelde
UNDP-landenprogramma Noord-Korea. Uiteindelijk bleek Noord-Korea echter niet
bereid het gehele pakket aan maatregelen te accepteren. Het UNDP-management
heeft vervolgens besloten het programma in Noord-Korea met ingang van 1 maart
jl. in zijn geheel op te schorten.

Op 31 mei jl. werd een eerste externe accountantscontrole gepubliceerd,
verricht door de onafhankelijke Board of Auditors van de VN (bestaande
uit de hoogste overheidscontroleurs van Frankrijk, Zuid-Afrika en de
Filippijnen). De conclusie van deze externe accountants is dat UNDP in de
periode 2002 t/m 2006 in een aantal opzichten van zijn standaard werkwijze is
afgeweken, aangezien lokale staf werd geleverd door de Noord-Koreaanse overheid
(overigens is de UR hier in 2001 over ingelicht), salarissen in harde valuta
werden uitbetaald (in verband met hoge inflatie van de lokale munt) en bezoek
van projecten alleen mogelijk was met toestemming en onder begeleiding van
Noord-Koreaanse overheidsfunctionarissen.

UNDP heeft op 1 juni jl. een reactie uitgebracht op het rapport. Hierin licht
UNDP toe dat in Noord-Korea gewerkt moest worden onder moeilijke en
uitzonderlijke omstandigheden, en dat daarom in in een aantal opzichten moest
worden afgeweken van gangbare procedures (waarbij volgens UNDP overigens geen
sprake is van handelen in strijd met interne regelgeving). Zo stelt UNDP dat de
positie van de lokale stafleden in Noord-Korea niet vergeleken kan worden met
die in andere landen, aangezien de staf in Noord-Korea formeel in dienst was van
de Noord-Koreaanse autoriteiten, en niet van UNDP. Voor wat betreft het inhuren
van staf via de overheid en het betalen van salarissen in harde valuta, stelt
UNDP dat dit in de Noord-Koreaanse context onontkoombaar was. UNDP voegt daaraan
toe dat alle in Noord-Korea aanwezige internationale organisaties (o.a. UNICEF,
WHO, WFP, UNFPA) en diplomatieke vertegenwoordigingen (o.a. Zweden) wat dit
betreft dezelfde praktijken volgen als UNDP. UNDP benadrukt dat er geen enkel
bewijs is dat hulpfondsen gebruikt zouden zijn voor andere doeleinden dan
waarvoor ze bestemd waren. UNDP heeft regelmatig bezoeken gebracht aan de
gefinancierde projecten en is daarbij nooit op substantiële onregelmatigheden
gestuit. De Noord-Koreaanse autoriteiten hebben nimmer toestemming geweigerd
voor dergelijke bezoeken. Dat UNDP bij die bezoeken altijd werd vergezeld door
een tolk en een voor het project verantwoordelijke overheidsfunctionaris is
vrijwel overal ter wereld gebruikelijk.

De Board of Auditors is van plan op korte termijn naar Noord-Korea
af te reizen om de tweede fase van de op 31 mei gepresenteerde
accountantscontrole uit te voeren. De onderzoeksvragen voor deze tweede fase
zijn aanzienlijk breder opgezet dan die van de eerste fase.

Toen duidelijk werd dat het op 31 mei gepresenteerde onderzoek van de
Board of Auditors te beperkt in omvang en opzet was om een duidelijk
antwoord te kunnen geven op de vraag of het klopt dat een deel van de
VN-hulpgelden bij het Noord-Koreaanse regime terecht is gekomen, heeft
Nederland, samen met gelijkgezinde VN-lidstaten, aangedrongen op een aanvullend,
breder opgezet extern onderzoek. Zowel de Secretaris-Generaal van de VN als UNDP
hebben het belang erkend van een dergelijk complementair onderzoek, teneinde
zeker te kunnen stelllen dat de VN-hulpfondsen in Noord-Korea daadwerkelijk bij
de noodlijdende bevolking terecht zijn gekomen. Nederland en de andere meest
betrokken VN-lidstaten hebben de afgelopen tijd vrijwel dagelijks overleg
gevoerd met UNDP om ervoor te zorgen dat dit onderzoek er zo snel mogelijk komt.


Dit heeft op 23 augustus geleid tot de presentatie van een voorstel van
Denemarken, de voorzitter van de Uitvoerende Raad van UNDP, voor een aanvullend
onderzoek door een team van vooraanstaande, internationaal zeer gerespecteerde
personen, die buiten het VN-systeem staan. Dit team zou voornamelijk onderzoek
moeten doen naar de volgende kwesties:

Nederland zal zich er samen met gelijkgezinden sterk voor maken dat de
aanstaande Uitvoerende Raad (10-14 september) het groene licht geeft voor dit
onderzoek. Voorts is Nederland bereid zonodig bij de Noord-Koreaanse
autoriteiten aan te dringen op het verlenen van medewerking aan het onderzoek.


Vraag 7
Wie is verantwoordelijk voor het ontslag van deze Artjon Shkurtaj, die
had gevraagd om de status van klokkenluider?

Antwoord
De heer Artjon (Tony) Shkurtaj was van november 2004 tot maart 2007 in
dienst van het UNDP-kantoor te Noord-Korea op basis van diverse tijdelijke
contracten. Zijn laatste contract, dat afliep in maart 2007, is niet opnieuw
verlengd door UNDP. De heer Shkurtaj heeft in juni jl. bij het Ethiek Bureau van
de VN bezwaar aangetekend tegen de niet-verlenging van zijn contract en verzocht
om toekenning van de beschermde status van klokkenluider. Op 21 augustus werd
bekend dat het Ethiek Bureau heeft geadviseerd nader onderzoek in te stellen in
deze zaak, omdat op het eerste gezicht sprake zou kunnen zijn van vergelding. In
hun reacties lieten de Secretaris-Generaal en UNDP weten dat het advies om
nader, extern onderzoek in te stellen, zal worden opgevolgd. Nederland steunt
dit.

1) Zie o.m. NOVA, 25 juli 2007, de Volkskrant, 25 juli 2007 en het Algemeen
Dagblad, 24 juli 2007.

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op vragen van
het lid Van Bommel (SP), ingezonden 30 juli 2007 (vraagnummer 2060722130)

1(http://www.minbuza.nl:80#): I.v.m. een roulatieschema binnen de groep westerse landen is
Nederland dit jaar geen lid van de UR van UNDP. Echter, als tweede donor van
UNDP heeft Nederland een invloedrijke positie, ook al hebben we thans de status
van waarnemer. Overigens beschikken waarnemers over vrijwel dezelfde rechten als
leden als het gaat om het bijwonen van vergaderingen, spreekrecht e.d. Het
belangrijkste verschil in status is dat waarnemers geen stemrecht hebben. Dit
maakt in de praktijk echter niet veel uit, omdat in principe alle besluitvorming
o.b.v. consensus plaatsvindt.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders

No comments: